dinsdag 26 juni 2012

Relatief


 
Als ik in de trein stap, ga ik het liefst in de stiltecoupe zitten om te werken. Als je pech hebt, komt er een dubbeldekkertrein voorrijden. Het vervelende aan dubbeldekkertreinen is het ontbreken van internet en een armoedige uitstraling. Boven zijn stoelen van plastic, beneden van de stof. Vandaag zat ik zelfs in een stilte coupe waar geen klaptafeltjes in zaten. Het werd dus reizen in een vierzitter; samen maar toch alleen. Naast mij zat een man met een tik. Om de zoveel seconden vertrok zijn gezicht en maakte hij een stotend keelgeluid. Daar kan hij waarschijnlijk niet zoveel aan doen, maar of je met een dergelijke aandoening nou in de stiltecoupe moet gaan zitten, is de vraag. Op station Gouda kwam er een meisje bij ons zitten. Precies op dat moment stootte de nerveuze man, een keelklank de wereld in. Het meisje schrok, maar de man glimlachte tegen haar om te geven dat hij geen kwade bedoelingen had. Ze ging zitten en naast haar nam een jongen plaats die zo te zien rechtstreeks van kantoor kwam. Hij droeg mooie Italiaanse schoenen. De jongen ging, zodra hij plaats had genomen, een videogame spelen. Er kwamen gedempte ontploffingen uit zijn telefoon. De stilte coupe, is net als de stilte zelf; een relatief begrip.