maandag 25 april 2011

Schelpenbuikje en het Darwinisme

 

Goed, stel je voor, jij bent die kokkel en die mossel zit een eindje verderop, die zuivert op zijn eigen manier het water. Dat gaat allemaal vanzelf, die meeuw zoekt hoogte, dat zeilt en doet maar daar boven, hoef jij je als kokkel voorlopig niet mee bezig te houden. Je hebt op dat moment wel iets anders aan je hoofd. Overleven is als schaken op twee borden tegelijk.  De stroming is gevaarlijk, want die kan er voor zorgen dat je op het strand terechtkomt. Daar moet je over nadenken. Wat doe je?  Je moet allianties slaan, vrienden in nood die jou kunnen helpen.  Die mossel lijkt aardig, hij zegt weinig, maar hij ziet er betrouwbaar uit. Zijn stilzwijgen is ergens wel sympathiek en je denkt dat jullie elkaar begrijpen. Je zwaait en je denkt dat hij knikt. Dat zit wel goed. Het water begint steeds sterker te deinen en de stroming werpt je op het strand. Daar lig je als kokkel, hulpeloos en ja, dan komt de meeuw in het spel. Hij ziet iets met die kraaloogjes van’m, hij ziet jouw glimmende schelpenbuikje blinken in de zon. Dus je probeert de aandacht te krijgen van de mossel, het gevaar dreigt en het is tijd om je netwerk aan te spreken. Maar die stomme mossel kijkt een beetje verdwaasd voor zich uit, zonder in actie te komen. Hij zegt nog steeds niks terwijl jij daar toch in doodsangst verkeerd. Dan wordt je boos natuurlijk, eerst ben je nog bang, maar later, als die stomme meeuw steeds lager komt, wordt je echt een beetje boos. Godverdomme, denk je bij jezelf, ja dat denk je en je vloekt.  Toch de verkeerde allianties gesloten. Je beseft ineens hoe hard het allemaal is en dat het blijkbaar ieder voor zich is in de oerzee. Als kokkel wil je vooruit in het leven, je vertoont wat sociaal gedrag om iets hoger te klimmen op de evolutionaire ladder, maar er zijn blijkbaar schelpdieren die dat onnodig vinden. Die blijven liever dom en zuiveren een beetje het water als hoogst haalbare doel. Ja de mossel, ook wel bekend als de fascist onder de zeevruchten. Als je kon rennen zou je het doen, heel hard, het water in. Niet alleen om die meeuw te ontvluchten, die zich op dat moment klaar maakt voor een duikvlucht, maar ook om de mossel een paar treden van de evolutionaire ladder te schoppen. Het is die gedachte die je troost biedt als de meeuw  jouw schelpenbuikje kapot slaat op de kustwering.