In de trein vanuit Amsterdam naar Den Haag vond ik de NRC van donderdag. Een artikel van Firts Abrahams trok mijn aandacht. Het ging over John Steinbeck en zijn tocht door Amerika in een camper samen met zijn hond Charley. Travels with Charley, in search of America, heet het boek. Nu blijkt dat er delen van verzonnen zijn en dat ontmoetingen en data door elkaar heeft gebruikt. Ook bleek hij hele stukken van de reis niet in de camper te hebben geslapen maar in hotels. Opzich is dat natuurlijk heel legitiem. Niemand die beweerd dat je beter over een camper kan schrijven in een camper zelf, misschien wel niet. Misschien kun je dat het beste doen aan een goede tafel in een hotel. Het zou zo maar kunnen.
Toch is al die ophef vreemd. Wie opzoek gaat naar Amerika gaat per definitie opzoek naar verhalen, die zogenaamde echtheidsdiscussie vindt voortdurend plaats. Vooral in Amerika is er bij talk shows als Aprah Winfrey veel ophef over geweest. Vooral binnen het genre van de Holocaust roman is de vraag of je mag liegen prangend. De vraag daarbij is of het erg is dat de gruweldaden van de nazi's onder woorden worden gebracht met verzonnen elementen.
In het geval van Steinbeck heeft de onderzoeksjournalist handgeschreven manuscripten in handen gekregen. Daarin staan andere dingen dan in het boek. Maar wie zegt nou eigenlijk dat die oorspronkelijke manuscripten echter zijn dan het boek. Daar lijkt me geen bewijslast voor. Hoe dan ook gaan landschappen over verhalen, of die nou verzonnen zijn of niet dat maakt weinig uit. Het had waar kunnen zijn wat steinbeck heeft geschreven, maar dat was het niet. Om problemen te voorkomen wil ik bij deze alvast verklappen dat het boek dat ik aan het schrijven ben over de snelweg van a tot z gelogen is. Gelogen, maar echt gebeurd. We hebben wel degelijk al die tijd in een auto geslapen, op twee of drie nachtjes na, maar die staan beschreven.