dinsdag 19 april 2011

omgekeerd totalitarisme


Wat zegt freud over de opkomst van populistische politici? Die vraag kwam bij me op toen ik een artikel las in de Groene Amsterdammer van 17 maart over Chris Hedges die een boek heeft geschreven over de aftakeling van links Amerika. Hij beschuldigt kabeltelevisie ervan onze gevoelens te manipuleren en dat we die gevoelens onterecht als kennis opvatten. Dat is ergens toch een curieuze opmerking voor een journalist? Die moeten ten slotte weten dat feiten niet betsaan, er betsaan alleen verhalen. Via die gevoelskanalen zijn we met Barack Obama  geëindigd volgens hem en daar is Hedges blijkbaar niet blij mee.
Hedges stelt dat we (Amerika) in een omgekeerde totalitaire staat leven waarbij het bedrijfsleven net doet alsof het loyaal aan de politiek is, maar in werkelijkheid in verschillende lagen van de politiek actief is. 'Samenlevingen die hun kapitalistische krachten niet kunnen reguleren, zoals Marx al begreep, kannibaliseren zichzelf tot ze sterven. En dat is wat we nu doormaken.' Zegt Hedges. Freud zou zeggen, zolang je maar in de gaten hebt dat je wordt gestuurd door het onderbewuset is er niks aan de hand. Je moet het alelen wel onder woroden brengen en dat gebeurd natuurlijk niet. De politici onderdrukken de duistere machten alsof het om een oorlogstrauma gaat.  
De macht van het bedrijfsleven en de banken begon volgens hem bij de eerste wereld oorlog toen president Wilson zich onder druk van Wall Street in de oorlog stortte. De banken hadden enorme schulden uitstaan aan Engeland en Frankrijk en als Duitsland zou winnen zouden ze kunnen fluiten naar dat geld. Wilson creëerde een propaganda machine geïnspireerd op Freud en begon de massa’s te manipuleren. Aan het einde van het artikel roept Hedges onomwonden op tot revolutie en rebellie om de liberale waarden en onze planeet te redden. De politieke crisis houdt volgens hem nouw samen met de ecologische crisis. Maar hoe kan je rebbeleren tegen een staat die onzichtbaar is? Ik ben bang dat de enige haalbare vorm van rebellie erop neer komt dat we ons afval scheiden. Daar valt ook in Nederland nog een hoop winst te boeken. Aan het einde van het artikel geeft Hedges iets wat op een definitie van het liberalisme lijkt.’Richard Nixon was onze laatste liberale president omdat hij bang voor bewegingen was, daarom nam hij de clean air act aan en de mining safety act.’
Angst is hier het toverwoord en wie het over angsten heeft.Ware liberalen zijn bang voor het volk en ik vermoed daarom dat Geert Wilders de meest liberale politicus van Nederland is. Hij is bang voor het volk en wil het volk hard aanpakken, tegelijkrtijd is hij als populistische politicus ook afhankelijk van het volk. Het is de onmogelijkheid om te ontsnappen aan een deel van jezelf dat je haat. De vergelijking tussen Nixon en Geert Wilders houdt nog niet op want ook Richard Nixon is aan de macht is gekomen vanwege het rassensentiment dat onder een groot deel van de bevolking was ontstaan in de jaren zestig (Rick Perlstein Nixonland, uitg. Scribner, New York (2008) ). De Freudiaan Adam Phillips

Misschien komt het boek van Adam Phillips over The Art of Escaping hier van pas. Phillips is een Freudiaan en verklaart fenomenen vanuit een cultureel narratief. Hedges is een journalist en doet dat ook. Hij lijkt te beweren dat democratie erop neerkomt dat burger en politicus nooit aan elkaar kunnen ontsnappen.Er zijn wel acts, zoals de clean air act en de mining safety act. Deze acts zijn niet veel anders dan de de ontsnapping stunts van Houdini. Houdini kon niet zonder een publiek dat naar hem toe kwam om hem te zien lijden en telkens opnieuw zien te ontsnappen aan de meest benarde situaties. Zo volgen burgers ook politici om te zien welke act ze nu weer opvoeren om te ontsnappen. Hedges propageert rebellie zodat de angsten van populistische politici worden aangewakkerd zodat die wegvluchten in democratische maatregelen.