Laatst zat ik in de trein terwijl drie tienermeisjes verderop luidruchtig aan het kletsen waren. De meisjes waren van Turkse en Marokkaanse afkomst. Eentje droeg een hoofddoekje. Een ander meisje, zonder hoofddoekje vertelt over haar vriendje. Ze klaagde erover dat hij zoveel bidt. ‘dat is juist goed’, zei een van de andere meisjes. ‘Je kunt er beter zo eentje hebben dan iemand die drinkt.’
‘Ja dat is misschien zo, maar hij is wel heel serieus enzo’
‘ Is hij extreem?’
‘Dat weet ik dus nog niet, ik ken hem pas net.’
Daarna ging het over de vele Turkse en Marokkaanse bruiloften waar ze tot vervelends toe naartoe moesten. Op de een of andere manier raakte ik gefascineerd door hun Hollandse nuchterheid in combinatie met hun (licht) islamitische achtergrond. Een vanzelfsprekende hybride identiteit. De trein is de enige publieke ruimte die we nog hebben, nu de stad uitsluitend is ingericht om te winkelen. Helaas liet een iets te dikke mevrouw ineens haar burgerrechten gelden.’ Weten jullie dat dit een stiltecoupe is?’, zei ze met een verongelijkte blik in de ogen. De meisjes vielen stil. Jammer, want ze hadden gemakkelijk nog een uur door kunnen gaan, denk ik.