maandag 15 maart 2010
Hotel Birkhoff
Voor het boek dat ik samen met Melle Smets aan het schrijven ben over de snelweg cultuur, probeer ik al geruime tijd een interview te regelen met mevrouw Birkhoff (of: birkhof?) van het Formule1 hotel. Enkele dagen geleden dacht ik haar bijna zover te hebben. Ik vertelde haar dat ik graag een stuk over haar wilde schrijven met haar medewerking. Ze vroeg of het ook een leuk stuk kon worden zonder haar medewerking. 'Een minder leuk stuk', antwoorde ik haar. Zij vond dit verdacht veel lijken op chantage, waarop ik haar antwoorde dat het in zekere zin gewoon gaat om een eerlijke uitwisseling van infromatie. 'U geeft mij wat, dan krijgt u ook wat terug. Als u niks wil geven dan is dat ook goed, maar dan moeten wij dus dingen zelf gaan invullen.'
Het telefoongesprek ging zo een half uurtje door en uiteindelijke stemde ze in. We spraken af verder via de mail contact te houden. Aankomende woensdag zouden we een interview hebben, maar telkens als ik haar bel is ze net de deur uit volgens de receptioniste. Ik begin inmiddels het gevoel te hebben dat ik bezig ben met een drijfjacht waarbij mevrouw Birkhoff figureert als opgejaagd wild. Zelden heb ik iemand getroffen die zo argwanend is voor interviews. Dit is de meest heftige vorm van Franchise Paranoia die we tot nu toe bij een persoon hebben aangetroffen.