vrijdag 12 maart 2010
Berichten van een scharrelaar
Vandaag kwam mijn moeder een fiets lenen om even naar het Gemeente museum van Den Haag te gaan. Er was een tentoonstelling van Kandinsky die ze wilde zien. Tijdens de koffie zei ze tegen mij:’ jij bent echt een scharrelaar.’ Als de mening van anderen iets zegt over de waarheid, dan is dit ontegenzegelijk waar. Er zijn meer mensen geweest die dit hebben gezegd. Vooralsnog heb ik geen reden gezien dit imago te ontkrachten. De scharrelaar, de handige jongen, de ritselaar, dat ben ik. Ik ben ten slotte een kleine zelfstandige en dus scharrel ik mijn klusjes bij elkaar. Met de nadruk op ‘jes’. Nog los van de vraag of ik het zou kunnen, zouden grotere klussen, zoals bijvoorbeeld het organiseren van een congres over de toekomst van kinderdagverblijven of bejaardentehuizen mij ook doodongelukkig maken, denk ik. Ook al zal er best iets boeiends over te zeggen zijn, bovendien betalen dergelijke klussen erg goed. Een goede vriend van mij heeft met het organiseren van een groot ziekenhuis congres zijn eerste sportauto gekocht. Gelukkig heb ik geen behoefte aan een sportauto want ik heb geen rijbewijs. Ik scharrel en snuffel een beetje rond in het leven totdat het tijd is om te gaan. Bij mijn dood zal er, hoop ik, een collectie bij elkaar gescharrelde verhalen te vinden zijn waarvan mensen zullen zeggen: Nee, echt grote gebaren zijn het niet, maar het zijn toch aardige doorkijkjes in het leven van een scharrelaar.