David Collins en Gail Brooks wisselen geregeld met elkaar
van gedachten op de webpagina van de Opinionator
(NYT). Het zijn vaak hilarische gesprekken over actuele onderwerpen. Hun meest
recente gesprek was getiteld Pet Theory en ging over huisdieren en politiek. Ze deden dat naar aanleiding van een recensie van het boekt ‘what your cat is thinking’.
Zo kwamen met de opmerking dat een president zonder hond
waarschijnlijk onvoorstelbaar zou zijn. Toch zijn er ook presidenten met een
hond die ondertussen zelf meer over een kattenpersoonlijkheid bezitten, zoals Obama. Hij is iemand die meer in op zichzelf opereert en staat in het rijtje met o.a. Carter en Nixon. Clinton, die wel een kat had,
wordt ingedeeld bij de honden, omdat hij door iedereen geliefd wilde zijn. Net als vader en zoon Bush, allebei honden om andere redenen.
David Collins komt met de volgende hilarische observatie over wat Amerika nodig heeft:
‘Personally, I could be persuaded that America needs a big,
friendly dog in the White House, someone who is open toward everyone, no matter
how rude people are. I’d like to see a politician who could win the country with
love and licking, and an endless capacity to fetch.’
Nu Rutte met een hele roedel aan hoogwaardigheidsbekleders
naar Sotsji afreist weten we ook meteen zeker wat hij voor premier is; een hond. Hij heeft wel wat weg van een poedel, die binnen zijn eigen tuin nog wel eens wil keffen, maar daarbuiten vooral netjes geknipt door het leven gaat. Hij is er om zijn baasje (in dit
geval Poetin) te pleasen.