Paul Heskens schrijft vandaag in de Volkskrant dat hij bang is dat de losse homomoraal het huwelijksinstituut ondermijnt. Hij reageert daarmee op de vreemdgaan praktijken van Maastrichtse burgemeester Onno Hoes. Ik heb de oorspronkelijke morele oprisping van Heskens niet gelezen, daar werd heftig op gereageerd. Er werd gezegd dat hij discrimineert. Dat zou best nog eens zo kunnen. Zijn onderscheid tussen het homo- en heterohuwelijk is niet helemaal zuiver. Je zou wellicht een verschil kunnen zien tussen huwelijken in de arbeidersklasse, de middenklasse en de rijke klasse. Homo's komen ten slotte in al die lagen voor. Verder begrijp ik zijn geloof in het instituut huwelijk niet zo. Hij bazelt over de betekenis van de huwelijkse trouw, terwijl dat toch een prive aangelegenheid is tussen twee mensen. Het huwelijk heeft al zo vaak bewezen een zuiver esthetische aangelegenheid te zijn. Voor de rest is het vooral een geruststelling voor allerlei partijen. Net als meer blauw op straat geeft het een (deels) vals gevoel van veiligheid. Het huwelijk zou je kunnen omschrijven als een afspraak; ik ga vreemd, maar loop niet bij je weg.