zondag 5 januari 2014

Opvang voor Zeehondenvrijwilligers


Zeehondenmoeder Lenie t’ Hart beweerde op radio 1 dat er een tweede zeehondencrèche gaat komen in het zuiden van het land. ‘In Zeeland zijn ze er echt aan toe,' zei ze met grote stelligheid. Mensen met een andere natuuropvatting dan het hare gaf ze, en pasent, een waarschuwing: ’Wie over een hulpeloze zeehond heenstapt, krijgt met mij te maken.’
Het behoeft nauwelijks benadrukt te worden, maar de zeehondenmoeder is een fel tegenstander van de Oostvaardersplassen. In dit natuurgebied is het juist beleid om de dieren aan hun lot over te laten. Ze gaan er letterlijk dood van honger en kou. Er is wat te zeggen voor beide standpunten. Natuur is een nogal gekunsteld begrip in de Nederlandse context. De een wil dat er herten worden afgeschoten, de ander vindt het verwerpelijk. De een belt de dierenambulance bij een ongeluk met een everzwijn, de ander gooit het aangereden wild in de kofferbak om dit thuis op ambachtelijke wijze te villen.
De rabbijn Binyomin Jacobs, die ook aan tafel zat, schaarde zich achter de opvatting van de Zeehondenmoeder. Hij prees haar en zei dat de mens de plicht heeft de schepping te beschermen.
Lenie riep: ’Wat heerlijk!’
De radio 1 presentatrice zei daarop een beetje rellerig: ’Lenie probeert nu de hand te pakken van de rabbijn Binyomin Jacobs, maar die geeft vrouwen geen hand!’
Jacobs (gepikeerd): ’Gaat het daarover vanavond?’ 
Daar ging het niet over, natuurlijk, maar de presentatrice was naarstig opzoek naar een controverse tussen de tafelgenoten. Het is beter voor de uitzending als er discussie ontstaat. Dat is, zeg maar, de natuurwet van de studio. Binyomin Jacobs nam het zekere voor het onzekere. Ook hij had de dreiging gehoord: wie over een zeehondje heenstapt krijgt met mij te maken. Hij werd liever bepoteld door de zeehondenmoeder dan op die andere manier met haar te maken te krijgen. Zeehonden redden is uitermate populair, want het voldoet aan de behoefte goed te doen in deze wereld. Lenie kan ze echter niet allemaal kwijt in Pieterburen. En dus komt er een tweede crèche, niet zozeer voor al die arme zeehondjes, als wel voor al die zeehondenvrijwilligers die opgevangen moeten worden.