Vandaag werden we wakker in andermans huis, de lieve G en ik. Dat is altijd aardig want het geeft je de gelegenheid door een vreemde boekenkast te snuffelen. Mijn oog viel op een essaybundel van Goerge Orwell waarin hij ondermeer het boek Tropics of Cancer bespreekt van Henry Miller. Ergens in het essay staat de aanbeveling het boek te gaan lezen, wat ik ook zeker van plan ben. Mijn telefoon ging. Onderdrukte nummers neem ik doorgaans niet op. De lieve G maande mij dat wel te doen, je wist nooit. Een telemarketing figuur wilde mij van energieleverancier laten veranderen. Ze konden een goedkopere deal regelen. Ik wilde niet, maar de telemarketeer hield vol. Hij zei dat het op zich natuurlijk aantrekkelijk is om minstens 600 euro uit te sparen op drie jaar en dat zij alles zouden regelen en eventuele boetes voor hun rekening zouden nemen. Ondertussen maande de lieve G dat ik moest ophangen omdat ze de trein wilde halen. Ze wilde niets te maken hebben met die ‘louche’ energie types. Ik verontschuldigde mij voor het geschreeuw op de achtergrond tegenover de telemarketeer en liep naar de keuken om rustig te kunnen praten. De telemarketeer was erg lang van stof. De lieve G stond al met haar jas aan, maar ze had de deur open laten staan en toen ik haar vertelde dat ik een gloednieuw contract had afgesloten, ontplofte de lieve G en ontsnapte de kat. De kat schoot naar de berging op zolder. Met goed teamwork kregen we hem weer in huis. Toen we ‘bejast’ en ‘betast’ buiten stonden en de lieve G doorraasde over het nieuwe energiecontract, bleek haar laptop nog binnen te liggen. In andermans huis wakker worden is leuk, maar ook funest voor de routine, zo blijkt. Het werd nog een lange dag in Amsterdam.