zaterdag 19 december 2009

Dirty Work


Tijdens een etentje gisteravond met vrienden in het bijzonder goede restaurant Brussels lof in Groningen hebben we een deel van de avond besteed aan het discussiƫren over het in dienst nemen van werksters, in het bijzonder, zwart betaalde werksters. Ik ben niet bekend met het fenomeen werksters in Nederland, maar ik sta er zeker niet negatief tegenover. Er waren twee kampen. Het ene kamp beweerde dat je in principe je eigen rotzooi moet opruimen. En als je al een werkster in dienst neemt dan moet je die op zijn minst wit uitbetalen. Ik vond het argument dat je je eigen troep moet opruimen sympathiek, maar ook romantisch en principieel. De informele economie mag dan verwerpelijk zijn, het is tegelijkertijd onmogelijk om die niet te hebben. De regelgeving is te ingewikkeld om principieel te kunnen functioneren, zelfs in Nederland. Er zijn nou eenmaal een hoop illegalen die op de een of andere manier hun geld moeten verdienen. Hier komen de pragmatische gemaksmens en de illegale zwartwerker elkaar tegen in een informele zone van wederzijdse behoefte bevrediging. De idealist staat dan langs te zijlijn te roepen dat het anders moet.
De discussie deed mij denken aan het boek Summertime van Coetzee. Het is een fictieve biografie waarin de jonge Coetzee zichzelf als een principiele man neerzet die zijn eigen huis isoleert en zijn eigen auto maakt.

p. 7 What he fiends himself doing is what people like him should be doing since 1652, namely, his own dirty work.

Later heeft de idealist Coetzee hier een discussie over met een pragmatische vrouw.

p.61 The first principle of economics is that if we all insisted on spinning our own thread and milking our own cows rather than employing other people to do it for us, we would be stuck forever in the Stone Age.