donderdag 14 augustus 2008

Bichtvader in een audi


Ik liep op mijn gevoel naar één van de twee Casablanca bioscopen hier in de buurt. Er zijn zo uit mijn hoofd vijf bioscopen binnen 1 kilometer van ‘het plein met de klok’ waar ik tijdelijk woon. Het zijn prettige kleine bioscoopjes die blijkbaar hun hoofd boven water kunnen houden. In Nederland schijnt dat niet te lukken. In Groningen is de prachtige bioscoop camera opgedoekt en verhuisd naar het voetbal stadion annex winkelcentrum Euroborg. Opgeslokt door een entertainment gigant, of liever gezegd: de groep waar camera toe behoorde heeft besloten dat het beter was om te verhuizen. Wat is er toch tegen de stad? Steeds meer stedelijke functies worden uit de stad getrokken en gecentraliseerd op industriegebieden die zijn ingericht op het verwerken van grote hoeveelheden auto’s. Het aloude modernistische adagium van totale functiescheiding lijkt toch nog werkelijkheid te worden. In Barcelona heb je gelukkig nog het gevoel in een echte stad te zijn. Ik verdwaalde dan ook. Of liever gezegd ik kon de Casablanca bioscoop niet meer vinden, deze leek in rook te zijn opgegaan. Gelukkig wist ik nog wel waar het andere exemplaar zich bevond. Het kleine halletje was verlicht maar er was niemand te bekennen. Toch klonk er een constant geratel uit de projectiekamer. De laatste films waren al gestart en de kassa gesloten. Ik duwde tegen de zware houten deur en deze ging geluidloos open. Achter het fluwelen gordijn trof ik een handjevol mensen in de zaal, ze keken naar een Italiaanse film. Kalme Chaos van Sandro Veronesi verfilmd door Roman Polansky. Ik had het hele eerste deel gemist, maar dat leek niet heel noodzakelijk om de rest goed te kunnen volgen.
Een man verliest zijn vrouw en besluit zijn leven volledig te wijden aan zijn dochter. Hij rijdt haar iedere dag naar school en wacht dan op het plein totdat ze weer naar huis mag. Terwijl hij het dagelijks leven (zoals zijn werk) dacht te hebben stop gezet, blijkt dat dagelijks leven nu om hem en zijn bankje heen te draaien. Iedereen wil wat van hem. Ze vertellen hem over de fusie van het bedrijf waar hij directeur is en omdat hij zich niet in dat wespennest bevindt wordt hij de ideale man om directeur te worden van de het nieuwe bedrijf in Italie. Hoezeer men hem ook in beweging probeert te krijgen, hij weigert. Hij blijft op het bankje zitten. Totdat zijn dochter hem (aan het einde van de film) zegt dat ze gepest wordt omdat hij daar altijd zit. Dat zet hem uiteindelijk weer in beweging. Een erg goede film die ik niet in Euroborg had willen zien, al was het maar omdat ze daar portiers hebben die je er niet zomaar doorlaten.