Het is fascinerend om te lezen dat in de voorrondes van de
verkiezingen voor een Republikeinse presidentskandidaat, Mitt Romney president Obama
ervan beschuldigt Amerika in Europa te willen veranderen.
Er wordt natuurlijk socialisme mee bedoelt; betaalbare gezondheidszorg
voor iedereen en andere egaliserende ingrepen. De haat voor
Europa heeft volgens mij te maken met een fenomeen dat Ian Buruma en
Avisai
Margalit Occidentalisme hebben genoemd, een kernbegrip om de haat voor
het Westen mee te omschrijven die ondermeer de Talibaan kenmerkt. Hun
theorie is
echter dat het Occidentalisme uit het Westen of Europa zelf afkomstig
is. Het
heeft z’n wortels in het Duitse romanticisme waarin gesproken wordt over
het Westerse komfortismus (daarmee werd Frankrijk bedoelt) tegenover het Duitse
heldendom. Democratie leidt tot
gezapigheid terwijl de oude aristocratie nog instaat was tot grootse
daden. Een
liefde voor grootste heldendaden is ook Amerika niet vreemd. Denk aan
het
geloof jezelf in het leven vooruit te katapulteren en tot grote
rijkdommen te
komen. Het veroordelen van Europa heeft dus ook z’n wortels in het
Occidentalisme, een in romantisch idealisme gedrenkte afschuw van komfortismus.
In zijn voetnoot vanmorgen in de Volkskrant beargumenteert Arnon
Grunberg dat de staat die van bovenaf bepaalt wat goed is voor zijn burgers, behoort tot de kenmerken van totalitaire
regimes. Arnon Grunberg heeft sinds kort een vergunning om in Amerika
belasting
te betalen.Ook Grunberg koestert een overdreven angst voor de welvaartsstaat, misschien hoort dat wel bij het verkrijgen van een greencard. Het verschaft je het recht om te mislukken.