‘Ik lees bijna geen poëzie,’ zei ik tegen de vrouw van de
Haagse Boekerij in de Frederikstraat die ik een warm hart toedraag omdat ze
mijn boek middenin de etalage heeft staan. Ze keurde mijn gebrek aan interesse
voor poëzie af. ‘Het is ook fantastisch om gedichten uit je hoofd te leren,’
zei ze, ‘dan voel je letterlijk de verrijking als een buffer in je opgeslagen.’
Buiten reed ik naar Inproc (Indisch producten compagnie) een paar honderd meter verderop om koffiebonen te kopen, van die zwart
glanzende Italiaanse bonen, mooi om naar te kijken en ze ruiken heerlijk. In
mijn tas zat de bundel ‘Neem me mee, zei de hond’ van Wim Brands, daar had ik
veel goeds over gelezen en ook Wim Brands draag ik een warm hart toe.