woensdag 28 december 2011

Boos, arm en oud

 
Gerry van der List heeft een boek geschreven over de boze blanke Nederlander, maar hij wil niks weten van het woord boos. ‘Boos klinkt alsof je verongelijkt zou zijn, maar veel mensen hebben een goede reden om zich op te winden over de massamigratie,’ zei hij vandaag op radio 1. Boos, is dus een beladen woord. Iets soortgelijks hoorde ik ook al over armoede. Dat schijnt er te zijn in Nederland, maar premier Rutte heeft niets met dat woord. Misschien heeft hij gelijk. Er komt zelfs een clubblad voor arme mensen met daarin tips om goedkoop te koken. Vandaag las ik het interview met Wim T. Schippers in de Volkskrant. Wim heeft dan weer niks met het woord oud omdat er vaak een negatieve connotatie aan kleeft. ‘Als je een waardeoordeel hecht aan oud of niet oud zeg je eigenlijk dat je weet waar het leven om draait. Waarom zou de zin van het leven het hoogst zijn op een bepaalde leeftijd? Totale onzin.’ We leven in een tijd waarin woorden stuivertje wisselen; wat ooit negatief was is nu positief en omgekeerd. Het politiek klimaat heeft invloed op de taal. Denk aan de asielzoeker, dat was ooit een woord dat begrip opriep. De Asielzoeker had onze hulp nodig.  Het woord had dezelfde status als armoede. Maar het is allemaal veranderd. De armen heten vandaag de dag lui en asielzoekers zijn fortuinjagers. De boze blanke Nederlanders, Henk en Ingrid, zijn niet zomaar boos; Ze hebben gelijk. Volgens Gerry van der List althans,  al is die dan weer oud.