Simon Blackburn schrijft in The Stone, het
filosofie katern van de The New York Times, een aardige column over David Hume
die beweert dat de ratio beheerst wordt door onze passie en hoe fel hier in de
filosofische wereld op gereageerd werd en nog steeds.
‘Hume crafts a straightforward and
entirely plausible account of what it is for things to matter to us as they do.
So why the panic? Plato taught
philosophers to regard themselves as the special guardians of reason: mandarins
whose cozy acquaintance with the forms, or with logic, or with rationality
entitles them to special authority in the deliberations of mankind. Take away
the role and you destroy a whole professorial raison d’ĂȘtre.'
En dat bestaansrecht, daar houden filosofen
zich krampachtig aan vast. Maar dat lijken we allemaal te doen.
In het hysterische twitterklimaat waarin
wij leven is iedereen ineens poortwachter van zijn eigen bestaansrecht geworden.
We zijn de rede aan het verdedigen, of
in elk geval onze rede. Blackburn zegt dat de afwezigheid van rationaliteit,
een van de grootste angsten is van deze academici, maar dat geldt misschien wel
voor mensen in het algemeen. Onze eigen tekortkomingen worden als morele
waarheid gepresenteerd in plaats van een stukje van de waarheid die ons
toevallig goed paste in een twitterbericht.