Gisteren ging het tijdens de lunch over scheren. Een van de
tafelgenoten doet aan wielrennen en scheert zijn benen. Ik dacht altijd dat wielrenners dat
deden om te voorkomen dat er haar ingroei ontstaat door een helende wond na een
valpartij. ‘Nee, het is voor een belangrijk deel ijdelheid’, zei de
wielrennende tafelgenoot. Ik kan me daar wel wat bij voorstellen. Mannen in
korte broek, dat is eigenlijk geen gezicht en dat komt mede door de harige benen. Vervolgens ging
het natuurlijk over het scheren van je ballen. Niemand aan tafel deed dit. ’Een
vriend van mij doet het’, zei een van de tafelgenoten ‘ en die zei dat het
enorm gaat jeuken als de stoppels zich weer aandienen’. Daarna hadden we gewoon
weer over Kant, Ricoeur en het politieke talent van Julius Cesar.