Naar aanleiding van de protesten op Wall street die weer zijn afgekeken van de bezetting van het Tahrirplein in Cairo, worden ook in Nederland pleinen bezet (Beursplein en Malieveld). De ene demonstratie lijkt op de andere, maar vooral in het licht van wat zich het op Tahrirplein heeft afgespeeld, zijn het vooral vage echo's van iets dat we al ergens van kennen. Een vriend stuurde een artikel uit het architectuurblad OASE naar me op, geschreven door Kristiaan Borret en gepubliceerd in 2001. Hij geeft het voorbeeld van twee soorten demonstraties die werden georganiseerd na de bekendmaking van de wandaden van Dutroux. De een verliep traditioneel en eindigde bij het paleis van justitie, de andere betrof een groep motorrijders, en automobilisten die allemaal 40 kilometer per uur gingen rijden en daarmee tijdelijk een demonstratieve file tot stand brachten. De demonstratie eindigde bij een meubelboulevard. Deze actie heeft veel meer aandacht gekregen en heeft mensen letterlijk gedwongen bij de gebeurtenissen 'stil te staan'. Dit is wat ik mis op Wall Street, het malieveld en het beursplein; een effectieve en originele aanpak. Het Tahrirplein was nog effectief want de macht bevond zich ook in de stad. Maar wie demonstreert tegen Wall Street moet juist niet op Wall Street zijn, maar op het vliegveld of op de snelweg. Flits kapitaal is constant in beweging en dus moet je ook flits demonstraties hebben, die heel even ergens de economie platleggen. Wat dat betreft was de oproep van oud-voetballer Eric Cantona interessanter; haal allemaal jullie geld van de rekening om het systeem op te blazen. Uiteindelijk heeft de bevolking zichzelf hier alleen maar mee. De waarde van geld is een afspraak op basis van vertrouwen, wie dat vertrouwen opzegt staat met waardeloos papier in zijn handen. Maar dat lijkt men zich bij deze demonstraties niet te realiseren, want het is vooral een gezellig samenzijn en geef toe: het voelt lekker om een gezamenlijke vijand te hebben.