Bij aankomst in het hofje trof ik de buren op de stoep . Vasen met gigantische gladiolen wuifden in de wind. De prosecco vloeide als spraakwater. Het ging over de ergernis aangaande opvoedkundige adviezen van de ene buren aan de anderen. Onze colombiaanse bodybuilder kwam nog langs, hij laat de chiwawa van onze buurvrouw uit. Dat nog wel, maar voor de rest is de relatie tussen hen behoorlijk bekoelt. Ook ik kreeg een glas spraakwater in handen en deed al snel net als de rest. De buurjongen vertelde over de fietsenmaker en dat daar vroeger een schoonheidssalon zat die werd gerund door een helderziende. Een enge plek, waar hij ooit eens vier uur lang gehypnotiseerd naar haar heeft geluisterd. Toen hij er laatst moest zijn voor zijn fiets ging er een rilling door hem heen. ‘Die plek deugt niet’, zei hij en nam een slokje prosecco. ‘Voor ons is dat anders', reageerde ik,' jij hebt extra voelsprieten voor dat soort krachten, jij bent half indisch.'
'Adoe, de prosecco is op', zei de buurjongen daarop, ' wacht ik ren wel even naar de avondheks.'