Er is iets raars aan de hand met de dorpen die we onderweg naar de Volta region tegenkomen.Veel huizen aan de rand van de weg zijn fel rood of geel geverfd met de logo’s van mobiele telefoonnetwerken. Het is net alsof de grote providers landje pik aan het doen zijn. Wie kan de meeste dorpen veroveren? De deal is duidelijk: de bewoners krijgen gratis verf als ze hun gevels afstaan voor reclame doeleinden. Het past niet in de westerse behoefte aan het picturesgue. Maar die zoektocht is pervers.Wat wij picturesque noemen wordt door Ghanesen in de steden met een beetje geld, armoede genoemd. Toch geloof ik niet in armoede. Als ik goed aangeveegde hutten zie met stapels brandhout en een pot op het vuur, dan zie ik het niet. Hier speelt armoede geen rol. Er is alleen de vraag of je wel of niet te eten hebt. Armoede bestaat niet op het platteland, dat is meer een stedelijke aangelegenheid. Maar die stedelijkheid kruipt ook de dorpen binnen, je ziet het aan de hutten in de kleuren van MTN, Zain, Vodafoon, kasapa op de gevels van lemen hutten. Met de providers is de armoede gekomen. Armoede die gedefinieerd is in het wel of niet kunnen betalen van beltegoed.