donderdag 16 september 2010

GH06: Saddam Hussein en de vogels

Omdat de chaos in Jaya's house sinds de aankomst van Karimi extreem is toegenomen, hebben mijn vader Sulleman en ik ons uit de voeten gemaakt. In de pick up truck van Ahmet zijn we naar Cape Coast vertrokken en vanavond hebben we onze intrek genomen in het Hans Botel Cottage hotel. De plek was ons aangeraden door de Britse palmolie enterpreneur, maar mijn vader bleek die achteraf ook te kennen vanwege de wevertjes. En, zowaar, op een eiland in het water waar ook het restaurant overheen is gebouwd staat een kleine boom met ronde nestjes waar mus-achtige gele vogeltjes rondfladderen. Onder die boom ligt een kleine krokodil. Hoeveel krokodillen zijn er? vraag ik aan iemand van het restaurant. Een en veertig, zegt hij. Wil je de krokodil aanraken? Natuurlijk. En we lopen het eilandje op en ik raak de krokodil aan. Hij lijkt echt maar zou ook van plastic kunnen zijn. Later, als mijn vader twee flessen Star beer heeft bestelt, beweegt de krokodil langzaam naar de waterkant. Een bewegent speelgoedbeest. Er is hier ook een boom met reigers, kijk maar, zegt mijn vader. Ik kijk. Er is inderdaad ook een hele boom vol witte reigers, het is bizar om te zien; misschien wel honderd kleine reigers zitten op elkaar gepakt in een boom. De wevertjes hebben een boom en de reigers hebben hun eigen boom. En niet te vergeten: er drijven 41 krokodillen in of onder het water. Vroeger zaten ze samen in een een boom, zegt mijn vader. De ober brengt ons de bekende flessen bier. Waarom zitten de vogels nu in verschillende bomen, vraag ik aan hem. Dat is aan hun, zegt de ober en vertrekt. Later als het eten komt en Sully is aangeschoven, vraag ik of de boom waar ze eerst in zaten misschien is omgehakt om het dakterras te kunnen bouwen. De ober beweert dat dit niet zo is. Sully vertelt over het bijgeloof in Ghana. Er zijn veel mensen die niet bidden voor de hemel, zegt hij, vandaag de dag bidden de mensen ook naar hun voorvaderen om een visum te krijgen naar Europa. Sully en mijn vader keuren dat af, maar mij lijkt een visum voor Europa net zo abstract als God, alleen praktischer. De ober komt terug. Hoe komt het dan dat ze nu ieder een eigen boom hebben gekozen? Vraag ik nog een keer. Ik zal het ze morgen vragen, zegt de ober, zonder een spier te vertrekken. En de krokodillen, vraag ik enigszins aangeschoten, ken je die allemaal bij naam? Ik ken er maar een bij naam, zegt de onderkoelde ober, hij heet Saddam Hussein.