Accra is volgepakt met auto’s. De man die altijd op het kruispunt stond, kaarsrecht en gekleed alsof hij naar zijn werk ging, staat er niet meer. Hij stond altijd op een vluchtheuvel bij een U turn en werd al snel een vertrouwde verschijning. Ik heb hem eens gevraagd wat hij daar deed en hij zei dat hij simpelweg op een dag op kantoor besloot dat hij niet meer wilde, dat hij net zo goed hier kon gaan staan. Ik ga nogsteeds ‘s ochtens om zes uur van huis weg en kom om zeven uur weer terug. Maar hoe heb je het geld probleem opgelost, je moet toch eten? Hij reageerde laconiek en zei dat mensen uit zichzelf muntjes naar hem toegooide ook al vroeg hij er niet om. De man staat er niet meer en de weg is verbreed. Er zijn meer auto’s in de stad en er zijn vreselijke opstoppingen. Overal wordt gebouwd, in de airport area west, north labony, kasoa, pig farm. Soms houdt het bouwen ineens weer op. Het is prettig om Accra uit te rijden. De bergachtige omgeving van de Volta region is prachtig en ik rijdt kilometers over strak afgeflakte lateriet wegen. Dan ineens aan de horizon verschijnt een stad, hij doemt op uit het weelderige groen en de naam is Kpando (Spreek uit: Pando).