zaterdag 15 augustus 2009

Sperma fontein


‘De toeristen zijn als spoken voor ons, we manoeuvreren ons er langs maar we zien ze niet echt. Als ze weer eens midden op straat stil staan, als ze uitgebreid naar een gevel wijzen en elkaar aanstoten, dan roepen we dat ze aan de kant moeten omdat het een straat is, bedoeld om van A naar B te komen. Maar je went er aan en als je San Marco en de Rialto brug mijdt dan valt het wel mee, dan zijn er hele rustige plekken in Venetië.’ Dit vertelde een jonge medewerker van de biënnale ons. 'Alle jongeren in het culturele circuit kennen elkaar wel en iedereen heeft zo’n beetje een baantje bij de biënnale.' De jongen in kwestie was verantwoordelijk voor de garderobe en had ons verteld dat we morgen terug moesten komen voor onze tas, dat alles nu afgesloten was. Dat was een grap die hij iedere dag uithaalde bij de laatste tas die nog in de garderobe ligt.’ Sommige mensen worden meteen kwaad, beginnen intens te smeken, of bartsen in snikken uit.’
Ik vroeg me af of dit zijn manier was om de toeristen die, spoken of niet, zijn stad voor een groot deel hebben overgenomen. Toeristen moeten zich aan sluitingstijden houden, hij als burger van venetie, als man achter de schermen, hoeft dat niet.


De biënnale is een leuke reden om naar Venetië te gaan. Het Arsenale terrein, een oud havengebied, is een prachtige industriële plek om kunst tentoon te stellen. Het terrein is groter en beter uitgerust om massa’s te verwerken dan Venetië zelf. Zoveel mensen waren er overigens niet. De mensen die de gehele dag over de Rialto brug op en neer lijken te lopen zag je hier niet, terwijl er toch ook toegankelijk werk van bijvoorbeeld Jan Fabre te zien was. Dan denk ik vooral aan het ejaculerende zelfportret tussen grafstenen met namen van insecten die verwezen naar filosofen. Waren de filosofen dood? Had jan Fabre ze bestudeerd en van een grafschrift voorzien? Plaatste hij zich er tegenover als een springlevende ejaculerende kunstenaar? Jan Fabres zelfportret doet eerder denken aan een lijk dat door de rigor mortis een stijf geslacht heeft gekregen en zichzelf tot in de lengte der dagen zal blijven bevlekken. Maar misschien is dat wel de kern van Fabre's werk: hij maakt in essentie altijd ejaculatiekunst, kunst waarin de kunstenaar nooit ver weg is.