zaterdag 26 juli 2008
Poplegende
Vandaag werd ik wakker in het huis van een vriend van mij ergens in een rustige woonwijk van Madrid. Op weg naar een restaurant om te lunchen kwam mijn vriend constant mensen tegen die hij kende, zoals Fransisco de mopperaar die een hekel heeft aan de zon. Op hem heeft de opmerking "lekker weeertje he?" een bijzondere uitwerking. Nog maar een paar straten van het restaurant verwijderd zagen we een rat die een beetje aan het scharrelen was bij een muurtje. Mijn vriend vond dit zo smerig dat hij naar de andere kant van de straat liep. Hij wist niet zeker of hij nog wel kon eten na het aanschouwen van de rat. Ik vond het wel meevallen, de rat zag er goedgekamt uit en leek niet bang voor mensen. Hij was een keurige inwoner van deze rustige wijk. De rat wist zich te gedragen. In het restaurant kwamen we de poplegende Tony Luz tegen die in hetzelfde gebouw woont als mijn vriend. Hij zat met zijn zoon aan een tafeltje en nodigde ons uit om bij hen te komen zitten. De poplegende zag er goed gewassen uit en hij had zijn dunne slierterige haar naar achteren in zijn nek gekamt. Ook de poplegende wist zich te gedragen. De polegende had een groot hoofd en op de een of andere manier klopte dat ook wel. Zoals het kapsel van Beatrix hoort bij de koningin, zo hoort het grote hoofd bij de poplegende. In de jaren zestig zat Tony Luz in een band die door sommigen wel de Spaanse Beatles werd genoemd. Nu woont hij met zijn zoon in een klein appartement en vangt hij zo nu en dan nog wat provisies van oude nummers die hij heeft geschreven. Maar hij wordt door de postfrankistische jeugd niet langer herkend op straat en dat is wel even slikken voor een poplgende met een groot hoofd. Hij was ten slotte de man van het liedje waarmee Spanje in 1971 tweede werd op het eurovisie songfestival.