woensdag 16 juli 2008

BBQ

http://i10.photobucket.com/albums/a150/tuesdayweld/goldrush-1.jpg



De oude man zat op een plastic tuinstoel in de schaduw van een magnolia boompje die door zijn zoon in de vorm van een parasolletje was geknipt. “Die fascinatie voor parasolletjes zat er al vroeg in, zijn kamer was er volledig mee behangen.” Via parasolletjes kwam het gesprek al snel op het jappen kamp waar de oude man drie jaar in heeft gezeten. “De bom kwam net op tijd anders hadden we het misschien helemaal niet gered.” Voor sommigen kwam de bom op tijd voorvelen als een verrassing. De bom is er hoe dan ook gekomen en bestempelde definitief het verloop van de wereldgeschiedenis. De oude man vertelde mij dat ze zich moesten bijvoeden met kikkers en slangen die ze vingen op de sawa’s waar ze te werk waren gesteld. Hun Koreaanse cipiers waren de kwaadste niet, die lieten dat toe. "Er waren van die diepe gaten waar je met je arm in kon tot op de bodem en dan trok je zo die slang eruit. Echt heerlijk zo’n slang op de barbecue, net paling.”
Ik denk dat als je honger hebt bijna alles goed smaakt, ook de zool van je eigen schoen. Op de route van het kamp naar de sawa’s (rijstvelden) speurde iedereen de grond af naar sigarettenpeuken van kretek sigaretten om daar dan weer een nieuwe sigaret van te rollen.
” Smerig eigenlijk, maar ja je moest wat.”
Alles is geoorloofd om de verveling en de honger te bestrijden.
Na dit verhaal stelde mijn geliefde huisgenoot de volgende vraag:“Waarom is Mart eigenlijk steward geworden?”