donderdag 17 juli 2008
Masker van Deeg
Waar zie jij jezelf over tien jaar?, had de directrice gevraagd, terwijl ze mijn CV bestudeerde en me daarna aankeek van over haar leesbril. Ik staarde haar ontredderd aan, deze vraag had ik niet zien aankomen. Ik mompelde nog iets over ‘leuke dingen doen’, maar vanaf dat moment kwam het gesprek niet echt meer op gang. Tot overmaat van ramp moest ik kort daarop ook nog eens onophoudelijk niesen en schoten mijn ogen vol tranen. Neem me niet kwalijk, ik ben wat allergisch voor huisstof.
Ik vroeg waar het toilet was en liep de gang op om mijn branderige ogen te blussen. Het hielp nauwelijks. Mijn spiegelbeeld leek op een masker van deeg dat door iemand anders was opgezet. Omdat de papieren handdoekjes op waren depte ik haastig mijn gezicht droog met wat wc papier en snelde terug naar de vergaderzaal. Daar zag ik hoe de directrice en secretaresse met gebogen hoofden op gedempte toon met elkaar in gesprek waren. Ze stopten hier abrupt weer mee toen ik binnen kwam. Ik ben bang dat ik me heb vergist, ik wist niet dat het om een fulltime functie ging. Zonder nog aan de vergadertafel plaats te nemen schudde ik hen de hand, nam afscheid, en haastte me naar buiten, ook al wist ik niet waarheen. Vlak voordat ik de voordeur van het instituut open duwde zag ik in het spiegelende glas van de ingelijste klassieke filmposter Metropolis dat er allemaal witte stukjes wc papier aan mijn voorhoofd kleefde.