zondag 27 maart 2016

Mijnenveger

20150501 CA Dag van de Garnaal 129
Vandaag sprak ik met een lid van de waterpolitie in Zeeland. Hij heeft jarenlang op houten mijnenvegers gevaren die werden ingezet door de marine om vissersschepen te controleren op de maaswijdte van hun netten en het vermogen van hun scheepsmotoren. De politieman sliep in een claustrofobische kajuit met op enkele centimeters de plank boven hem waarop het volgende bemanningslid lag. Hij had een commandant die opereerde als een cowboy. Zo vermomde hij het schip als een vissersschuit. Hij voer bij voorkeur ‘s nachts met groene lichten dat alleen door vissers wordt gebruikt. De politieman zei dat als ze een Urker te grazen namen deze altijd heel boos begon en dan steeds rustiger werd. Bij een Arnemuidenaar is het precies omgekeerd. Hij begint meestal rustig en eindigt met schuim op zijn lippen. 
Zo kom je volgens de politieman met allerlei culturen in aanraking. Ergens halverwege de jaren tachtig kreeg hij een noodsignaal van een Joegoslavisch schip. De stuurman had zich opgesloten in zijn kajuit omdat hij bedreigt werd door de machinist. De een bleek een Kroaat te zijn de andere een Serviër. 'Ik zag toen al in het klein wat jaren later bekend kwam te staan als de Balkanoorlog,' zei de politieman. Hij heeft toen als relatietherapeut, wat agenten in die tijd er nog bij deden, de boel gesust. Emotioneel mijnvegen had op het Joegoslavische ship nog succes, maar voor het land Joegoslavië was dat te laat.