Afgelopen vrijdag
was ik bij de presentatie van het Noorderbreedte themanummer over fietsen.
Professor Bert Otten gespecialiseerd in bio-mechanica vertelde een verhaal over
hoe dat werkt in het menselijk brein. Vooral de Inferieure
pariëtale cortex is me bijgebleven. Dat is het deel van de hersenen waarmee we
in de toekomst kunnen kijken, een klein beetje dan. Op de fiets doen
we net alsof we elkaar niet zien, maar we houden elkaar wel degelijk in de
gaten. Het is een spel en verkeersregels zijn secundair. Wie z’n wiel net iets
verder heeft dan die van jouw, heeft voorrang. Er schijnen complexe dingen te
gebeuren met het brein als er gefietst wordt. Daarom is fietsen goed om je hersenen actief te houden. Bert Otten voorspelde overigens ook al de
exacte snelheid van renners in de Giro en de Tour. Hij deed dit niet met de pariëtale
cortex, maar met software programma’s die hij zelf ontwikkelt. Door Bert Otten
wist de Nederlandse wielerploeg met welke fietsen ze moesten starten en waar er
van fiets gewisseld moest worden.
In het werk van Otten zie je hoe wetenschap en sport dicht bij elkaar komen en dat is mooi om te zien, zeker omdat hij zelf een fanatieke wielrenner is. Hij brengt overigens ook kunst en wetenschap bij elkaar. Daarover hier meer.