Het was heet, maar de intercity was aangenaam. Een koele
wind woei onder de bankjes door. Ik was niets vermoedend aan het werk toen een
verbijsterend schouwspel de
opgeruimde en opvallend steriele stilte coupe binnen kwam. Het ging om een accordeon
speler en zijn zus of vriendin die met een blikje rammelde. Dwars door de
stilte coupe. Zoiets had ik nog nooit gezien, althans niet in een Nederlandse
intercity. Ik vond het meer iets voor Spanje. Thuis was mijn buurman nog wakker. Ik heb champagne met hem
gedronken op de stoep van het hofje. Een buurvouw kwam voorbij om haar hondje
uit te laten. Het is de buurvrouw met de Colombiaanse vriend die zowel hier als
in Colombia kinderen heeft rondlopen. Hij zegt dat hij liever kinderen had
gehad met onze buurvrouw maar het is nou eenmaal anders gelopen. Het is een
lieve jongen die misschien niet altijd even handig is geweest. De buurvouw was
blij met het warme weer, ze was op het strand geweest. ‘Ik heb vandaag ook m’n haren geföhnd
want dat moest toch een keer gebeuren.’