Amerikaanse dollars, uitgegeven voor ontwikkelingshulp in
Afghanistan, schijnen op de verkeerde plekken terecht te komen. Niet op
maatschappelijke relevante plekken, maar in de onderwereld. Dat blijkt uit
recent onderzoek. Het gaat hier uiteraard over corruptie. Toch vreemd dat
zoiets nog als nieuws gebracht wordt. In Irak zijn vergelijkbare problemen.
Misschien hadden de Amerikanen iets moeten doen met microkredieten, kleine
beetjes werken vaak beter voor de ontwikkeling. In relatie tot armoede in Irak
stond er een verhaal in de New York Times over de goudzoekers in de
rioleringsstelsels van het juweliersdistrict in Bagdad. Ze zoeken in de onderwereld
naar flinterdunne snippers die worden weggespoeld uit de werkplaatsen erboven.
Op een goede dag verdienen ze twintig euro aan het goud dat ze weer
terugverkopen aan de winkels in de bovenwereld. Die verwerken het weer waardoor
nieuwe hoeveelheden worden weggespoeld en dan begint het weer opnieuw. De boven
en de onderwereld zijn in een eeuwige cyclus met elkaar verbonden.