zondag 22 maart 2009

yp30. Je kan de drukte altijd opzoeken


Maandag 16 maart
Vandaag ben ik op de koffie geweest bij Toos. Ze had me van tevoren gewaarschuwd dat ze drie grote mannetjes honden heeft en dat ze niet zeker wist of het wel een goed idee was om de leenhond mee te nemen. Maar het was mooi weer en ik moest toch nog een wandeling maken met de leenhond, dus gokte ik erop dat het wel zou kunnen. Toos woont in de Bras, een waterrijke omgeving vlakbij een natuurpark. Het is Den Haag maar
ze heeft wel een 015 nummer, daarin schemert nog iets van het verleden door, het gebied hoorde oorspronkelijk bij Delft. Ook heeft ze nog een afwijkende postcode. Het zijn de voetnoten van een grondoorlog die Den Haag jaren geleden heeft gevoerd bij de confiscatie van vliegveld Ypenburg en het omliggende land. Als ik met de leenhond binnenkom, begrijp ik direct wat Toos bedoelde toen ze het had over grote honden en ‘wellicht geen goed idee’. Ze heeft drie Newfoundlanders, een soort beren die vroeger schijnbaar werden gebruikt bij het binnenhalen van de visnetten. De honden staan op het betegelde terras achter het huis. Maar zodra ze door hebben dat er een vrouwtjes dier in de buurt is, springen ze op tegen de achterdeur. In de woonkamer staat een grote kooi met daarin een papegaai met grijswitte veren. De papegaai heet Janus en als de bruine Newfoundlander nog een keer vol tegen de achterdeur opbeukt zeg hij: ‘Calvados, niet doen’. We gaan naar buiten en Toos doet een van de drie newfoundlanders in de hondenkennel. Het is magno, de oudste. Terwijl Toos Baldovino en Calvados in bedwang houdt, snuffelt de leenhond nog wat rond in de nieuwe omgeving en zet dan voorzichtig een pootje over de drempel naar het terras. Als ze de stap heeft gewaagd doe ik snel de deur dicht. ‘Laat ze maar even kennismaken’, zeg ik met een vanzelfsprekendheid van iemand die al jaren een hond bezit. Magno, de oudste newfoundlander, draait onrustig heen en weer in zijn kennel. Hij probeert te blaffen, maar heeft geen stembanden meer. Ik klets wat met Toos over de kennel die haar man heeft gemaakt met materiaal afkomstig uit de bouwmarkt Formido (Kwaliteit + Service + Betaalbaar = Formido).Ondertussen proberen Calvados en Baldovino de leenhond te verschalken. Die kruipt vervolgens achter ons weg. Maar wij vinden dat ze het zelf moet zien op te lossen. Toos zorgt er wel voor dat het netjes blijft, dat wil zeggen dat er geen groepsverkrachting plaatsvindt. Na een aantal minuten besluiten we koffie te gaan drinken.
De newfoundlanders kijken met hun grote berenogen door de glazen achterdeur naar binnen. Nu voelt de leenhond, die met ons naar binnen gekomen is, zich een stuk zekerder en ze laat dan ook van zich horen. Ik maan haar tot kalmte want ik probeer Toos te verstaan, die me vertelt hoe ze uit Moerwijk naar Ypenburg is gekomen. In Moerwijk had ze het wel naar haar zin, ondanks dat de buurt achteruit ging.’ Ze stonden daar op den duur met pistolen op straat te zwaaien, maar mijn kinderen hadden al de leeftijd dat ik me geen zorgen meer maakte dat ze slecht beïnvloedt zouden worden.’Maar toen ging de woningbouwvereniging haar huis renoveren. De huur werd verhoogd 235 euro naar 580 euro. ‘Voor dat geld kon ik ook hier zitten, vlakbij het bos en in de rust.’
In dat bos gaat ze altijd wandelen met de newfoundlanders die ze deze week showklaar moet maken voor een show in Zutphen aankomende zaterdag. ‘Ik laat ze altijd los lopen tot een bepaald moment aanbreekt dat het risicovol wordt. Gisteren dacht ik dat het nog wel kon, maar toen Calvados het water in het oog kreeg was er geen houden meer aan. Ik zeg nog:’nee’ , maar hij was al weg en sprong vol overgave in een modderige sloot.’
Janus mompelt iets onverstaanbaars, alsof hij tegen zichzelf aan het babbelen is. Ik kijk naar de beesten die nog steeds voor het raam heen en weer draaien. Hun langharige vachten zien er mooi, bijna geföhnd uit. ‘Het was een ravage hier, ik moest het hele huis dweilen.’
Op de vloer liggen makkelijk afneembare tegels. Als Toos voor een volgende kop koffie naar de keuken gaat, loop ik met haar mee. Naast de kooi van Janus staat een houten kast met daarop foto’s van een herderhond. Toos laat me een zakje as zien dat in een mooi potje tussen de foto’s staat.’Dit is een soort altaar voor mijn vorige hond.’
Toos beweert dat ze het na drie jaar nog steeds geweldig vindt om in de Bras te wonen, ze heeft geen band met de rest van Ypenburg of het centrum waar ze werkt in de Plusmarkt. Ook heeft ze nog veel contact met haar oude kennissen uit Moerwijk via hyves. ‘Er zijn op hyves ook afgesloten gedeeltes die alleen toegankelijk zijn voor mensen van bepaald zigeunerkamp’, vertelt Toos.
‘Het fijne aan wonen in Ypenburg is dat je de drukte altijd kan opzoeken als je dat wilt.’