zaterdag 2 april 2016

Laatste woord

Ik trok wat stokken van een stapel snoeihout bij de ambassade van Denemarken. Een politiewagen reed voorbij en draaide aan het einde van de straat om en keerde langzaam terug. Ze stapten uit om mij te ondervragen.
‘Jullie vervelen je ook kapot he,’ was het eerst wat ik zei.
‘Nou ja u haalt iets weg bij de ambassade en het is onze taak dat in de gaten te houden.’
‘Strikt gezien liggen die takken op de openbare weg.’ De sterke arm der wet maakt altijd de verkeerde reactie bij me los. meer dan eens ben ik in de problemen gekomen hierdoor. 
‘Wat gaat u ermee doen?’
‘Mijn tuin decoreren.’
‘Nou, pas maar op dat ze geen wortel schieten.’ Toen begreep ik dat dit een ouwehoer was.
Hij begon te vertellen hoe een twijgje een abrikozenboom werd door het zo in zijn tuin te zetten. Dat leek me sterk, maar hij zei dat je het goed vochtig moest houden. Wat hij kan, kan ik beter, dus ik trok ook mijn register open. Zo vertelde ik hem dat de Schuddegeest vroeger een schietbaan was en dat de kanonnen de geestgronden deden schudden. Ik zag hoe de andere collega agent al wat heen en weer begon te wippen op zijn benen. Maar ik was nog lang niet klaar. Hoe gaat het met de reorganisatie bij de politie, wilde ik weten en toen vertelden zij dat er gedemonstreerd was vorig jaar. Toen zei ik dat ik dat wist en dat ze het Malieveld niet vol hadden gekregen. Toen zeiden zei weer dat het malieveld heel groot is.  Ook wilde ik weten wat hun wieldorpen te betekenen hadden. Ze leken wel op een placemat waarop de afbeelding van een wiel was te zien. 
‘Kogelvrij. De hele wagen,’ verklaarde de tuinierende agent niet zonder trots. Hij trok een portier open om mij de deur te laten voelen. Loodzwaar. Het blijkt een complete tank te zijn. Ik dacht altijd dat ze met die politiewagens op het strand konden. Maar dat kan dus juist niet, want dan zak je onherroepelijk weg. Ik begon nog over de Scheveningse weg waarover de vissersvrouwen ooit met vis op hun hoofd naar de Haagse markt liepen. De tuinman vertelde dat er ooit een plan bestond om de Dennenweg tot Scheveningen door te trekken en daar klapte ik overheen door te vertellen dat Duindorp ook ooit een schietbaan was en een kazerne. Toen waren ze klaar.  Gelukkig had ik het laatste woord en kon ik met mijn takken naar huis.