Een fabriek. Dat is waar je naar zit te kijken in de film Son of Saul. De dwangarbeiders moeten stukken verslepen. Zo worden de vergaste mensen genoemd die het sondercommando naar de gaskamer brengt. Het is afschuwelijk, maar niet zo afschuwelijk als je verwacht. Dat komt omdat we bijna in het hoofd van hoofdpersoon Saul zitten. Hij maakt deel uit van dat sondercommando die al een paar maanden dit werk heeft moeten doen. Als je dit werk doet, dan zie je inderdaad alleen nog maar 'stukken' die versleept moeten worden. Anders word je gek.Saul doet alles op de automatische piloot. Er wordt nauwelijks uitgezoomd. De omgeving is meestal wazig. Als hij een levend jongetje vindt in de gaskamer die alsnog wordt omgebracht besluit hij dat dit kind een begrafenis verdient. Hij gaat opzoek naar een rabbi. Zo neemt hij het publiek mee het hele kamp door. Ik kreeg het vermoeden dat deze film het dichtst bij de 'echte' kampervaring komt. De film zit ergens tussen Schindlers List van Spielberg en Shoa van Lanzmann in. De eerste heeft teveel tekst en teveel drama, de tweede is te verstild en te esthetisch en duurt te lang (9 uur).