Gisteravond waren we even op bezoek bij een vriendin in Neu Koln. Zij werkt in een poppentheater en ze kwam terug van een voorstelling. Wij kwamen terug van een excursie door de Oostblokflats. Buiten in het hof spraken we even haar Libische huisgenoten. Het poppenmeisje had hen in huisgenoten. De Libiërs zijn hier om operaties te ondergaan. Schotwonden opgelopen in de strijd tegen Qadafi. Geen verse wonden dus, maar oude. Er moesten ellebogen en schouders gerepareerd worden. We kregen vlierbesbloesem siroop met witte wijn te drinken. ‘De Libiërs zijn er nog?’, vroegen we. ‘ Ja, ze gieten zich elke dag vol met drank,’ zei het poppenmeisje en wij deden dat vervolgens ook. We goten ons vol. We hadden weliswaar niet tegen Qaddafi gevochten, maar het bezoek aan Marzahn en de indrukken van de Oostblokflats waren ons niet in de koude kleren gaan zitten.