Ik zit in het archief van Barcelona om onderzoek te doen naar een bokswedstrijd die plaatsvond in mei 1934 tussen Uzcudun en Schmeling. Beneden op het plein is een kerstmarkt gaande. Er verschijnen meer dan honderd kranten in die periode, de meeste zijn binnen vijf jaar dood, dat wil zeggen voordat de Spaanse burgeroorlog uit breekt.
Vanaf het plein stijgen geluiden omhoog. Een groep breakdansers zweept het publiek op. Ze moeten klappen. Het ritme gaat steeds sneller. Ik voel me koortsig, ik heb griep denk ik. De uren verstrijken, ik duik in de oude kranten, laat kopieën maken, beneden klinkt een big band, het schemert en lichtgevende sterren schieten omhoog vanaf het plein. Op ooghoogte bereiken ze hun hoogste punt, ik zie ze door het raam, dan dalen ze weer terug naar de jongens die ze hebben afgeschoten. De souvenir verkopers. De gekleurde sterren lijken een soort kleine helikoptertjes. Als ik buiten ben met een buit aan gekopieerde artikelen, is er een demonstratie gaande. Dit is Spanje, men heeft reden de straat op te gaan. Ik moet van mijn griep af zien te komen.
Vanaf het plein stijgen geluiden omhoog. Een groep breakdansers zweept het publiek op. Ze moeten klappen. Het ritme gaat steeds sneller. Ik voel me koortsig, ik heb griep denk ik. De uren verstrijken, ik duik in de oude kranten, laat kopieën maken, beneden klinkt een big band, het schemert en lichtgevende sterren schieten omhoog vanaf het plein. Op ooghoogte bereiken ze hun hoogste punt, ik zie ze door het raam, dan dalen ze weer terug naar de jongens die ze hebben afgeschoten. De souvenir verkopers. De gekleurde sterren lijken een soort kleine helikoptertjes. Als ik buiten ben met een buit aan gekopieerde artikelen, is er een demonstratie gaande. Dit is Spanje, men heeft reden de straat op te gaan. Ik moet van mijn griep af zien te komen.