In Zwitserland maakt een groep zich hard voor een basisinkomen van 2000 euro voor iedere burger ongeacht of deze werkt of niet. Het bouwt voort
op een idee uit de negentiende eeuw dat we in de toekomst allemaal rijk zullen
zijn en zeeën van tijd hebben omdat machines het werk voor ons doen. Nu machines
daadwerkelijk het werk voor ons doen, stoppen we nog steeds al onze tijd en energie in
werk. Dat is zonde, zou je zeggen. Er is geld zat. Toch halen we misschien wel betekenis uit werk en zit het in ons systeem dat je eerst moet lijden voordat je echt kan genieten van een vakantie. Voor sommigen is het werk dat ze doen een vlucht voor de familie. Ze klagen erover, maar gaan er toch graag heen. Met een basisinkomen van 2000 euro heb je geen alibi meer om te klagen. Het belangrijkste probleem is denk ik toch de opvatting dat meer tijd voor jezelf iets goeds is. Misschien krijg je door dat basisinkomen wel
teveel tijd en kom je dan juist in de problemen. Goede beslissingen worden soms
ook onder druk gemaakt.