'Noem mijn naam nooit in grote gezelschappen', zei mijn
gastvrouw tijdens het bereiden van de maaltijd. Ze zei het niet voor zichzelf
maar voor mij. Volgens haar was de kans groot dat mijn toehoorders zich tegen
me zouden keren. Ik was bezig met het kraken van hazelnoten voor in de stamppot
andijvie. Het was eigen oogst, was mij verteld. De andijvie kwam van de buren en
de aardappels van haar dochter in Noord Holland. 'Door mijn verzet tegen de
verlenging van de landingsbaan in Eelde heb ik zelfs doodsbedreigingen gehad.'
Vervolgde mijn gastvrouw haar verhaal. Dit klonk vrij heftig en ik wist niet
goed wat ik erop moest zeggen.
Er zijn bestuurders in het noorden met een droom, stel ik
mij voor, en die droom is al meerdere keren afgeschoten. Dat is natuurlijk frustrerend, maar dat geldt voor meer zaken in een democratie. Neelie Kroes was de eerste die sprak over sprookjes rondom Eelde. Ze zag geen
economisch belang in een uitgebreide luchthaven. Later zou de zogenaamde
oefenbaan van Schiphol naar Eelde verhuizen. De baan had een bijnaam; de
bulderbaan. Mij gastvrouw vertelde hoe ze naar een aantal directeuren van de Gasunie is gegaan die net in dat gebied waren komen wonen vanuit het westen. Samen met hen is ze een
actiegroep begonnen. 'De directeuren zeiden tegen de bestuurders; als dit doorgaat dan zorgen wij
ervoor dat onze aluminium vrienden (ALDEL) niet naar het noorden komen.' De
baan kwam er niet.
'Nu
zet ik me in voor de vleermuizen, die heeft het vliegveld zelf ontdekt en daar
moet wel correct mee omgesprongen worden. Daar dring ik op aan.'
Ik kijk naar de oude stal die is omgebouwd tot woonkamer. Een deel daarvan wordt in beslag genomen door een archiefkast waarin alles vanaf de jaren zeventig tot nu is opgeslagen. Er zijn andere kamers met nog meer multomappen. Doodsbedreigingen keur ik af, maar als je de dossierkennis van mijn gastvrouw hoort; krijg je bijna medelijden met noordelijke bestuurders die zo graag willen.