'Het meisje van Yde
is versleept,' zegt mijn gastvrouw als we op de fiets door een mistig landschap
ratelen en de herdenkingsplek van het veenlijk passeren.' Op zich ligt dit
kunstwerk ook al niet bij de officiële vindplaats want dat is landbouwgrond en
dat wil je niet verpesten. Maar de echte vindplaats ligt hier achter ons, zo'n 500 meter verderop in een andere marken,
dat is trouwens nog steeds veen. De jongens die het hebben gevonden waren
illegaal veen aan het afgraven en wilde niet dat het ontdekt werd en zo hebben
ze het versleept.'
De man van mijn gastvrouw is thuisgebleven omdat ze vroeger
met paarden door het land gingen. Hij heeft herinneringen aan het gebied van voor de ruilverkaveling en het bedroeft
hem te zeer dat al zijn oude weggetjes zijn verdwenen en het landschap is
rechtgetrokken. Toch weet mijn gastvrouw soms nog flarden van oude weggetjes,
stukjes Koningsas noem ik ze maar, terug te vinden. We duiken erin en passeren
een riviertje die links van de weg nog door oude landbouwgrond kronkelt en
rechts van de weg rechtgetrokken is en door strakke kavels wegschiet naar de
horizon. Aan de waterkant vinden we bruine varens. 'Het is een koningsvaren,' zegt mijn gastvrouw,'het is een zeldzame plant die heel oud kan worden en groeit altijd op de grens tussen zand en veen. Hier komen ze veel voor, meer dan op andere plekken in Nederland.'
We passeren een oude afvalberg dat werd gebruikt door de stad
Groningen en is afgegraven als potgrond.
Bij Eelde passeren we glad getrokken kavels waar je als het
goed is binnenkort opnieuw kan wonen zoals het vroeger was. 'Hier hebben ze ook
kwade plannen met vleermuisroutes, ze willen die bomenrij weghalen.'
Wij rijden terug in de duisternis over de bodem van de zee en worden van de sokken gereden door razendsnelle onderzeeërs met groot licht.