In de tuin van buren die we niet kennen in het appartementen blok waar we huizen in Groningen, komt nooit iemand. Vanaf ons balkon kijken we naar de woekeringen onder ons. De natuur bouwt op haar manier ook aan de toekomst. Er ontstaan wanden en poorten en ruimtes ontworpen om licht en schaduw te vangen en spinnen hebben het luchtruim ten dele afgesloten om gevoelig trillende vleugelorganismes in toom te houden. Je ziet ze geregeld op en neer stuiteren in luchtkastelen van fijn gesponnen zijde.
Tuinen hebben de mens helemaal niet nodig, als we ons omdraaien, veranderen ze razendsnel in iets anders, in iets wat we van tevoren nooit hadden kunnen bedenken.
Tuinen hebben de mens helemaal niet nodig, als we ons omdraaien, veranderen ze razendsnel in iets anders, in iets wat we van tevoren nooit hadden kunnen bedenken.