Wie zich niet voorbereid op een vakantie wordt verrast. Dat kan goed en slecht uitpakken. Costa Rica en Panama hebben leuke plekken, maar zijn mij niet vreemd genoeg. Er zijn weinig verrassingen. Bovendien zijn deze landen aan de dure kant en zijn er werkelijk overal toeristen. Toeristen die soms wel gedrogeerd lijken als ze spreken over het paradijs. Dat staat me tegen aan dit land, dat het blijkbaar voldoet aan het plaatje dat mensen hebben van een perfecte tropische vakantie. Ik kijk liever achter dat plaatje. Het meest heb ik genoten van de grensovergangen. Dat zijn plekken waar iets gebeurt. Daar kan je linzen eten voor vijftig cent en kan je heel vroeg in de ochtend pinnen in een winkelcentrum op een verdieping die tot het plafond is volgestouwd met koelkasten. Ik zal niet snel meer naar midden Amerika gaan. Van Latijns Amerika staan Mexico, Colombia en Peru hoog op de lijst. Een meerdaagse reis te paard door de Colombiaanse jungle lijkt me nog wel wat, zeker nu de lokale guerrilla (FARC) bezig is met vredesonderhandelingen. Ik gok erop dat ze nu niet zo snel meer mensen zullen kidnappen.