Aller eerst excuses voor de afwezigheid. Het internet laat het hier soms afweten. We bevinden ons op het puntje van een kaap aan het einde van een zandpad (Punto Banco). Een aantal Rotterdammers heeft hier een stuk of wat huisjes gekocht om er een eigen surfplek te hebben in de tropen. Rancho Burica heet het. Voor ons de zee, achter ons reist het oerwoud tegen een bergwand omhoog. Je gaat hier te paard door smalle greppels door bergen en dalen en als je denkt dat het niet kan omdat een helling te stijl is of omdat het te glad is vanwege de modder, dan kan het toch. Het paard doet z’n hoefjes bij elkaar en glijdt gewoon naar beneden met jou op je rug. En wat ook een feit is, is dat deze paarden geen wortels lusten, maar daarentegen wel warm lopen voor papaja en bananen. Overal waar je kijkt is wel wat te zien; Rode bamboe, een boom met rare stekels, heuvels begroeit met mintgroen blad. Er zijn ook dieen zoals aapjes met ronde gezichtjes of apen die klinken als een roedel dolle honden in de verte. Het oerwoud knabbelt hier aan de beschaving. De United Fruit Company heeft in 1936 wel een dorp gebouwd aan de kust niet ver hier vandaan. Golfito heet het en was bedoeld als administratief centrum voor de bananenexport. Het doe denken aan een western stadje inclusief saloons, bordelen en chinezen die ruzie maken met elkaar in de keuken van hun Chinese restaurant. Ruzie maken doe je met je eigen mensen; het zou een Chinese wijsheid kunnen zijn. Maar het oerwoud knabbelt door, ook dat is een waarheid die niet te veronachtzamen valt.