In de New York Times van gisteren werd melding gemaakt van de problemen die de stad Maastricht ondervindt van het drugstoerisme en het juridische gevecht van de gemeente daartegen. In recent years, crime in Maastricht, a city of cobblestone lanes and medieval structures, has included a shootout on the highway, involving a Bulgarian assassin hired to kill a rival drug producer. Bulgaarse huurmoordenaars op de snelweg van Maastricht, dat is toch niet mis, dan tel je wel mee in de internationale pers, lijkt me. Eindelijk een modern grootstedelijk imago. Maar zijn ze er blij mee? Welnee, er wordt weer van alles geprobeerd om het illegaal te maken voor niet Nederlanders om in coffee shops boodschappen te doen. Flauwekul natuurlijk want dan zouden landen binnen Europees verband vanuit veiligheidsoverwegingen ineens hun grenzen kunnen sluiten voor andere nationaliteiten. Het artikel gaat verder. As business has boomed, many of the Dutch coffee shops — dingy, hippie establishments in the ’80s and ’90s with a few plastic tubs of marijuana on the shelves — have become slick shops serving freshly squeezed orange juice and coffee in fine china. Het lijkt me duidelijk dat dit soort tenten nooit meer weg gaan, ze kunnen beter gaan onderzoeken of het ook in andere landen tot de mogelijkheden behoort. Coffeeshops zijn lifestyle geworden. Je hoeft het niet te roken, daar wordt je alleen maar moe van, als er maar een hennept handdoekje in de wc ligt en hennept zeep. En een handdoekje met een hennep blad. Uiteindelijk gaat het om het imago niet om het gebruik. Wat dat betreft zit de consument wel op een lijn met de gemeente. Denk ik.