De duivel kwam aan in Lourdes. Hij was met de trein gekomen vanuit de Pyreneeën waar hij twee weken had gewandeld. Normaal gesproken zou hij iets langer zijn gebleven, maar het had de afgelopen dagen onafgebroken geregend en daar hield de duivel niet van. Al zijn kleren waren nat. Natuurlijk was de duivel waarover we het hier hebben niet de echte duivel. Deze duivel werd zo genoemd door zijn vrienden omdat hij iedereen altijd aan de drugs hielp. Het was dus een zorgzame duivel die met veel liefde zijn vrienden vergiftigde. Zelf deed hij overigens allang niet meer aan drugs, hij liep liever door de bergen. Maar nu dus even niet, omdat hij verkleumd was. Het noodweer had hem naar Lourdes gedreven. De drukte op straat was even wenen, na zo lang in de bergen te zijn geweest, maar het was droog. Mensen liepen af en aan met posters en jerrycans waar Maria op stond. Made in China werd in Lourdes schaamteloos weggezet als Made in Heaven. De duivel zag een restaurant met op de gevel een in neonletters geschreven boodschap dat er verse kloffie klaar stond. Het was geschreven in alle talen, ook in het Nederlanders, de taal van de duivel. Bij de beroemde grot waar het herderinnetje in 1858 18 keer Maria heeft gezien stond een rij van twee honderd meter. De duivel had zijn vrienden in het verleden verschillende Maria verschijningen bezorgd, maar was daar nooit heilig voor verklaard, eerder voor vervloekt. Wie Maria heeft gezien heeft teveel geslikt, zei de Duivel als men zich bij hem kwam beklagen. In Lourdes slikte men alles en massaal. Lourdes leek op een religieus themapark waarbij de kruisgang was nagebootst met goudkleurige beeldengroepen op de heling van een berg. Er waren vooral veel zwarte mensen die hier zingend en knielend aan voorbij trokken. De duivel strekte zich uit op het grasveld achter de kathedraal om daar in de zon zijn verkleumde botten op te warmen. Hij trok zijn tas open en verspreidde zijn natte kleren op het gras. De zon was zalig. Om hem heen waren verschillende groepen bezig met zang en dans die allemaal religieus getint waren. Ondanks zijn religieuze bijnaam geloofde de duivel helemaal nergens in, behalve dan in droge kleren. Omdat hij honger kreeg besloot de duivel een instant pasta maaltijd op zijn gasbrander klaar te maken met het gewijde water dat hij zojuist bij de heilige fontein had getapt. Kraanwater waar mensen liters van mee naar huis namen. De arme zielen. Net toen hij aan zijn pastamaaltijd begon kwam er een vrouw met een kind op hem af die vroeg of hij Frans sprak. Niet al te veel, zei de Duivel. Het gaf niet zei de vrouw die vervolgens een heel verhaal begon af te steken. De kern van het verhaal was, dat ze anderhalf uur geleden op een plek vlak naast de Duivel had gezeten en dat ze daar haar mobiel was vergeten. Nu was terug gekomen en haar mobiel lag er nog steeds. Bon chance, zei de duivel die niet begreep waarom die vrouw dit aan hem kwam vertellen. De vrouw bukte zich daarop en pakte een twee euro munt op. Ze straalde, dit was inderdaad haar geluksdag. Ze liep weg en de duivel verdiepte zich weer in zijn bord instant pasta. Dit smaakte hem uiteraard niet. Hij was bovendien ontstemt over die vrouw die hem was komen lastig vallen met haar geluk. Wat hem precies ontstemde drong pas enkele momenten later tot hem door. Het geld was bij het uitpakken natuurlijk uit zijn tas gerold. Hij keek om zich heen, maar de vrouw en het kind waren verdwenen. De duivel voelde zich bestolen.