maandag 23 augustus 2010

Byron


Tijdens een wandeling gisteren kwamen we een jongetje tegen op een step. Hij vertelde ons dat hij alle mensen op een bepaald punt in de stad wilde hebben voor de gezelligheid, dat was ook zo leuk toen alles nog oranje was. Hij woonde in een leuke stad vond hij zelf alleen haatte hij zondagen omdat er dan niemand op straat was. Al steppend babbelde hij erop los. Hij zei dat hij eigenlijk niet zozeer geïnteresseerd was in mensen, maar vooral in vrouwen zonder man. Daar kon ik hem wel gelijk in geven. Vrouwen zonder man, zijn leuker. Ook had hij een spaarpotje bij zich, zei hij, waar nog niks in zat. We kwamen langs het huis van de stadsdichter en daar zijn we toen maar op audiëntie gegaan. We kregen opgeschonken oploskoffie. Net Afrika, zei de stadsdichter. Inderdaad, zeiden wij. Alleen het blik Nestle melkpoeder mistte nog. De stadsdichter kende het jongetje wel. Hij versiert altijd alle vrouwen in de Albert Heijn. Het zou nog wel eens een hele jonge Don Juan kunnen zijn, het jongetje dat buiten voor het raam van de stadsdichter nog steeds rondjes draaide op zijn step. Don Juan van Groningen. Misschien kan de stadsdichter er een gedicht over schrijven in de traditie van Byron.