donderdag 14 januari 2016

Amfibische cultuur

""
Vandaag was ik in het Nieuwland museum in Lelystad om tijdens een congres over watersnoodrampen te spreken. Onduidelijk was wat ik daar precies te zoeken had, maar ik zeg nooit nee op dergelijke uitnodigingen. Ik ben multi-inzetbaar. Het was grappig om te merken dat de zaal vol zat met oud bestuurders en ingenieurs. En de sprekers (zoals de Delta commissaris en een dijk graaf en een risico professor) waren nog niet uitgesproken of de vingers schoten als berkenscheuten de lucht in. Oude stramme mannetjes, maar de armpjes deden het nog goed. En de stemmen ook. Doorgaans heb je bij dergelijke bijeenkomsten heel vaak een ‘de betrokken burger’, nu was zo ongeveer iedereen betrokken. De verschillende sprekers gingen elkaar ook corrigeren en aftroeven aan kennis. Vaak kwamen er ook ellenlange introducties waar mensen wel niet hadden gewerkt en waar ze daarna gewerkt hadden. Het was een feest.

Een van de sprekers, een historicus, had het over de amfibische cultuur in Nederland gedurende de middeleeuwen. Een cultuur die veel meer was toegespitst op het overleven van watersnoden. Vervoer ging meer over water, het vee stond in de winter op stal en daar lag standaard een boot. Ook had je veel verschillende kleine polders waardoor je het een beetje zag aankomen en je op tijd je biezen kon pakken. We zouden eigenlijk terug moeten naar die amfibische cultuur als we willen overleven in het Antropogeen. Iedereen een rubberboot aan de buitenmuur. Die boot blaast zichzelf als een airbag op zodra je huis onder water staat.