Vandaag hebben we nieuwe buren gekregen in het Haagse hofje. Ik zag althans mensen verhuizen in het huis verderop waar vroeger een oud vrouwtje nog in haar bedstede woonde. Ik heb vlug de tuin vol gezet met allerlei vreemdsoortig meubilair. Ik heb ter plaatse een stoel geflambeerd en a la Jackson Polock verfspetters overheen gemikt. Je moet zorgen dat je direct een onuitwisbare indruk maakt op die mensen. Ik heb ze om die reden ook geen gedag gezegd. Je moet het de nieuwe buren niet te makkelijk maken. In hun ogen ben ik nu die wereldvreemde buurman die zijn tuin gebruikt als atelier en zo opgaat in zijn werk dat hij geen tijd heeft om zich aan je voor te stellen. Ik mag alleen maar hopen dat ze ook nog een beetje bang voor me zijn. Ja, het lijkt allemaal vredig te zijn in het hofje, maar ook hier woedt de eeuwige strijd om te overleven. Voorlopig heb ik met mijn buitenissige meubelstukken de openingszet gedaan. Nu is het afwachten wat zij gaan doen.