zondag 27 juli 2014

Kevers



In Oorlogsroes, het dagboek van Ernst Junger uit de eerste wereldoorlog, lees ik over zonderlinge figuren die de loopgraven bewoonden:’ Een onbehaaglijke buurman was in dit verband luitenant Pook, die een eenzaam onderkomen in het gecompliceerde loopgravennetwerk achter de linkervleugel bewoonde. Daar had hij een aantal reusachtige blindgangers verzameld en hij vermaakte zich met het eraf schroeven van de ontstekingen om deze vervolgens, als kleine klokjes, volledig uit elkaar te halen. Als mijn weg langs dit griezelige onderkomen voerde, liep ik er elke keer met een grote boog omheen.’
Junger wordt in zijn latere leven een entomoloog, maar al tijdens de oorlog omschrijft hij de wereld die hij ziet met gevoel voor detail en zijn de insecten ook nooit ver weg.  Tanks omschrijft  hij als onbeholpen 'reuzenkevers'.