Laatst zag ik de eerste aflevering van de serie Battlestar Galactica, een remake van de oorspronkelijke serie uit 1978. Het gaat over een oorlog tussen mensen en robots die op mensen lijken, Cylons geheten. De Cylons zijn vooral goed in hacken van beveiligingssystemen (en daarna het nuken van steden). De Battlestar Galactica, naamgever van de serie, is een oorlogsruimteschip dat op weg is naar de schroot op het moment dat de oorlog uitbreekt. Omdat het zo oud is en als het ware ook ‘offline’ kan opereren, blijkt het als enige geschikt om de robots te lijf te kunnen gaan. Aan boord is een museum waarin stokoude gevechtsvliegtuigjes staan. Het lint wordt weggehaald en ze worden ingezet bij het gevecht.
Ik moest even aan de serie denken toen ik vandaag in de Volkskrant las dat Oekraïense rebellen een T 54 tank uit het Tweede Wereldoorlog museum van Donetsk hebben gehaald. Ze proberen het nu aan de praat te krijgen op de Technische universiteitscampus. Waarschijnlijk gaat het de rebellen in dit geval niet alleen om de wapens, maar ook om bijgeloof.
De tank heeft ten slotte de Nazi's verslagen, dat waren een beetje de Cylons van de twintigste eeuw (althans dat dachten ze met hun übermensch theorieën) . De rebellen hebben niet alleen de tank maar ook een moeder Gods icoon van Russische Orthodoxe kerk gekregen. Het Icoon zou eerst Napoleon hebben verjaagd en later de aanval van de nazi’s hebben afgeweerd.
Hoe technisch hoogstaand en digitaal oorlogen ook zullen worden, uiteindelijk zal bijgeloof altijd een belangrijke rol blijven spelen in het gevecht. Je moet ook wel het gevoel hebben dat je een klein ‘bovennatuurlijk’ voordeel hebt ten opzichte van de tegenpartij, waarom zou je anders je leven in de waagschaal plaatsen?