Ik zit nu in de keuken van het appartement van mijn vriend Dani. Hij woont hier samen met een Mexicaan Omar en diens Argentijnse vriend Santiago. Deze woonsituatie zal tot september duren, dan gaat Dani samenwonen met Daniela en zoeken Omar en Santiago ook een eigen appartement. Het huidige appartement is wat aan de dure kant geloof ik. Alles in dit huis heeft z’n vast plek. In de woonkamer, die lijkt op een showroom van Ikea, staat een koffietafel met daarop een witte schaal met groene knikkers. In de keuken is alles schoon en fris. Het is moeilijk voorstelbaar dat mijn vriend Dani hier al enkele maanden heeft gewoond zonder een aanvaring te hebben gehad. Die moet er wel zijn geweest, ik ken zijn levensstijl uit Madrid. Als ik uit het keukenraam kijk zie ik nog meer betonnen laagbouw, alle muren hebben dezelfde beige kleur gekregen en de gebouwtjes zijn omzoomd met gras die s’nachts enkele uren besproeit worden. Door het gras loopt een pad van betonnen platen, naar de parkeerplaats, het zwembad, de loundry room, de fitness room en andere appartementen.
Het is California zoals we dat allemaal al een keer gezien hebben in de films die hier vandaan komen. Ook bij nadere inspectie blijkt Davis het vakantie park te zijn waarvoor ik het op dag 1 heb aangezien. Overal in het vredige universiteitsdorpje hoor je trouwens de ijle roep van voorbijrazende treinen die hun misthoorns laten horen bij de onbewaakte overgangen. Het is geen plek om te stoppen.